PARAMARIBO — Welke kansen en obstakels zijn er voor de LGBTQI-gemeenschap in het onderwijs en op de arbeidsmarkt? Die vraag stond donderdagavond centraal tijdens een discussieavond in het Young Professionals Café. Dit onderdeel van de PRIDE Month was georganiseerd door PAREA, vereniging van LGBTQI-professionals. In het panel zaten ondernemer en VSB-bestuurslid Conrad Issa en onderwijsconsultant Robert Peneux. Christio Wijnhard leidde de discussie. De speciale gast van de avond was Onderwijsminister Marie Levens
De recente mishandeling van een leerling door een andere jongere lag nog vers in het geheugen van de deelnemers aan de discussie. In een video-interview legde vos-schoolleider Jerry Dewnarain uit dat er geen specifiek beleid is voor het omgaan met gedragsproblemen in de klas. “… maar binnen de schoolcurricula wordt er wel aandacht besteed aan pesten en discriminatie, gerelateerd aan onder andere seksuele geaardheid, Bijvoorbeeld bij de vakken maatschappijleer en communicatieve vaardigheden komen deze onderwerpen flink aan bod.”
Om pesten, discriminatie en racisme op school te kunnen tegengaan, moeten onderwijscurricula voorzien in goede voorlichting, vindt Dewnarain. “Je kunt wel een mooi curriculum hebben, maar ook de docenten moeten zeer creatief en bevlogen zijn, vind ik. Als je een goede docent hebt, die erg bevlogen is, die empathisch is, die creatief is, en dit soort problemen herkent, dan denk ik wel dat voor een groot deel het pesten op school tot het verleden mag gaan behoren.”
Andere ervaringen
Wilgo Koster, coördinator van buurtcentrum Stibula, heeft andere ervaringen. “Er is niet eens een plan van aanpak op scholen, indien een kind gepest wordt. Schoolleiders, ik zie het daar op Latour, weten soms niet om te gaan met bepaalde gedragsproblemen. Kinderen worden soms betiteld als barbaars!” aldus Koster. “Het is verschrikkelijk dat leerkrachten en schoolleiders tegen mij zeggen: ‘Luister, we mogen niet handelen zolang we niet de inspectie hebben verwittigd of zolang wij geen toestemming hebben gekregen.’ Het stagneert.”
Niet alleen pedagogische opleidingen, maar ook andere hbo-scholen zouden hun curriculum moeten aanscherpen, vindt een van de deelnemers aan de discussie. Hij wees erop dat journalisten, verpleegkundigen en maatschappelijk werkers in opleiding geconfronteerd worden met discriminerende uitlatingen van docenten. Deze beroepsgroepen hebben impact op de samenleving; hun docenten en opleidingen moeten juist het goede voorbeeld geven.
‘Blijf wie je bent!’
Onderwijsminister Levens herhaalde haar mening over het incident op 17 oktober, waarbij een jongen zwaar mishandeld is door een andere leerling. “Er is nul tolerantie hiervoor. Mishandeling is niet toegestaan. Het tweede ding dat niet is toegestaan, is discriminatie op school. We kiezen niet of we als vrouw geboren worden of als jongen geboren worden, of als Jood geboren worden. We kiezen er niet voor, we zijn wie we zijn. En de boodschap die ik heb voor al mijn kinderen op school, is: blijf wie je bent.”
Wie op openbare scholen geconfronteerd wordt met persoonlijke opvattingen van leerkrachten of de schoolleiding, mag dat rapporteren bij het ministerie, benadrukte de minister. Zij erkende dat het ministerie niet sterk genoeg is om alle klachten te behandelen, maar beloofde dat er opleidingen komen voor coaches, zorgcoördinatoren, schoolpsychologen en onderwijsmanagers.
Het Nieuw Burgerlijk Wetboek moet goed in de gaten worden gehouden, stelde Levens. “Dat heeft nog geen ruimte gelaten voor alle soort mensen, snap je, voor alle mensen die in Suriname wonen. En daar moeten we heel goed op letten, Suriname heeft nog een heleboel taboes, en we moeten er samen voor gaan.”
De minister vergeleek de positie van de LGBTQI-gemeenschap met die van vrouwen in het recente Surinaamse verleden. Vrouwen zaten in een achtergestelde positie, zij mochten niet zelfstandig handelen: zij waren handelingsonbekwaam. “Al die dingen zijn verdwenen door strijd. Dus wat mij betreft: gaan jullie je strijd verder voeren!” adviseerde zij de deelnemers aan de discussieavond.
De studie Agogische Wetenschappen en Onderwijskunde is volgens Levens opgezet “omdat we onze eigen deskundigen willen opleiden, die onze eigen cultuur kennen en die Suriname leren waarderen. Maar je moet Suriname waarderen met alles en iedereen die erin woont. Je kunt niet discrimineren en daarom ben ik hier.”
Arbeidsmarkt
Sollicitanten uit de LGBTQI-gemeenschap maken, vooral als zij goed geschoold zijn, zeker kans om toe te treden tot de arbeidsmarkt, blijkt uit afstudeeronderzoek van Ulrich Amsterdam. Hun problemen beginnen vaak pas nadat zij zijn aangenomen, vertelde hij donderdag. “Uit mijn onderzoek is gebleken dat het neerkomt op seksuele intimidatie, verbale intimidatie.”
De situatie is anders voor werkzoekenden uit de transcommunity. “Zodra het uiterlijk en het gedrag van een persoon niet in overeenstemming zijn met diens biologisch geslacht, beginnen de beperkingen bij het aannameproces”, aldus Amsterdam. “Er zijn weinig programma’s of projecten om deze doelgroep, de transcommunity, tegemoet te komen op de arbeidsmarkt”, zei de onderzoeker donderdag tijdens de discussieavond.
Amsterdam, inmiddels afgestudeerd als bachelor agogiek en onderwijskunde, adviseert juridische erkenning van same-sex-relaties, genderneutraal beleid binnen organisaties en de overheid, en educatie van de samenleving. “Het wegnemen van onwetendheid over de LGBTQI-gemeenschap bij de hetero’s zal alleen geschieden door hen te informeren en kennis meegeven over de ellende die de LGBTQI-gemeenschap ervaart.”
‘Het perfecte voorbeeld’
Er zijn op de arbeidsmarkt ook positieve ontwikkelingen, benadrukte panellid Issa. “Er zijn voldoende grote en middelgrote bedrijven die het perfecte voorbeeld geven en inclusiviteit hoog in het vaandel hebben.” Medewerkers van die ondernemingen kunnen hun same-sex-partner registreren zodat die aanspraak maakt op dezelfde voorzieningen als de partners van heteroseksuele medewerkers. De VSB zal die bedrijven vragen om andere bedrijven te informeren over hun beleid, zei Issa.
Hij erkende dat het bedrijfsleven niet moet wachten op de overheid. “De private sector is strong, we hebben sterke ngo’s, sterke internationale organisaties, sterke organisaties als Parea.” De ondernemer ondertekende jaren geleden de Verklaring van Paramaribo, een initiatief van Parea. Daarmee beloofde hij dat Lucky Store zich zou inzetten voor gelijke kansen op de werkvloer. Inmiddels hebben 67 bedrijven en organisaties de verklaring ondertekend. “En ik moet complimenteren. We zijn veel verder dan we tien jaar geleden waren en ik denk dat we daar allemaal een applausje voor kunnen geven. It’s a long way to go, but many small steps have been taken; er is genoeg om ook positief naar terug te kijken.”